Een jongere kan pas volledig over zijn eigen geld beschikken als hij meerderjarig is. Jongeren vanaf 16 jaar kunnen al geld afhalen van een rekening, maar alleen op voorwaarde dat de jongere de rekening zelf geopend heeft en de wettelijke vertegenwoordigers zich hier niet tegen verzet hebben.
De wettelijke vertegenwoordigers kunnen ook een rekening openen op naam van de jongere en vragen de wet op het sparen van de minderjarige toe te passen. De jongere kan dan maximum 125 euro per dag afhalen.
Die 125 euro geldt zowel voor gewone geldafhalingen als voor overschrijvingen van de spaarrekening naar de zichtrekening. Als de jongere nog geen 16 jaar is, kunnen alleen de ouders of de wettelijke vertegenwoordigers geld afhalen en overschrijven van de spaarrekening van de minderjarige.
Wanneer de ouders geld afhalen van de rekening van een minderjarige, moet dat gebeuren in het belang van het kind. Het geld behoort immers het kind toe en niet de ouders. Als het kind twee ouders heeft, kunnen die allebei apart geld afhalen van de rekening. Op dat moment geldt het vermoeden van de instemming van de andere ouder. Wie de rekening opende, bij wie het kind verblijft of wie het geld stortte, is van geen belang.
Als er twijfel bestaat over het akkoord van de andere ouder, moeten beide ouders samen optreden. Ook bij belangrijke afhalingen die niet passen in het dagelijkse beheer moeten ze samen optreden. Als de ouders niet samen het gezag uitoefenen, dan heeft slechts de ouder die het gezag uitoefent het recht om de goederen van de kinderen te beheren.
De wetgeving verbiedt overschrijving van een spaarrekening naar een rekening op naam van een andere titularis. Een uitzondering wordt gemaakt voor overschrijving naar een andere spaarrekening bij dezelfde instelling op naam van de echtgenoot of echtgenote of een familielid tot en met de tweede graad .
Verrichtingen moeten altijd gebeuren in het belang van de minderjarige. Als dat niet het geval is, worden ze geweigerd, tenzij er een machtiging van de vrederechter is. Voor bepaalde handelingen is altijd de machtiging van een vrederechter nodig. Zo bijvoorbeeld voor het aangaan van een lening, het hypothekeren van goederen en de aankoop van onroerend goed. Ook voor de verkoop van effecten is een toestemming van de vrederechter nodig.
Dit bericht is gepost op 23 september 2008 om 14:20 uur en is geplaatst in Bankieren.