Er zijn ondernemingen die spaargelden van klanten aanspreken om hun financieringen te verrichten. Op die manier hebben ze geld om te investeren of om voorraden aan te kopen. Een oplossing is het lenen van een bepaald bedrag aan een spaarder met de belofte hem het kapitaal terug te betalen voor een bepaalde vervaldatum. Dat noemen we obligaties. Meestal is die vervaldatum enkele jaren later. De onderneming betaalt de spaarder als beloning jaarlijks een rente die men voordien heeft vastgelegd.
Bij obligaties hoef je geen schrik te hebben dat je het door jouw uitgeleende bedrag niet meer terugziet. Als de onderneming kredietwaardig is, heb je het kapitaal terug op de vervaldatum. Hoe kredietwaardig een bedrijf is, wordt door verscheidene organisaties berekend en is ook bekend onder de naam ‘rating’. Hoe hoger die waarde, hoe kredietwaardiger de vennootschap is.
Als je het geld nodig hebt nog voor de vervaldatum, moet je je obligaties op een secundaire markt zien te verkopen. De koers zal vanzelfsprekend lager liggen en dus kan het zijn dat je een kleiner bedrag terugkrijgt dan het oorspronkelijke belegde kapitaal. Het principe van vraag en aanbod bepaalt de koers op die secundaire markt.
Niet alle obligaties zijn gelijk. Er zijn converteerbare en nul-coupon obligaties. Converteerbare obligaties kunnen onder bepaalde voorwaarden omgezet worden in aandelen. Bij nul-coupon obligaties krijg je geen jaarlijkse coupon uitbetaald. Op de vervaldatum krijg je wel een hoger bedrag terugbetaald dan dat je oorspronkelijk uitgeleend hebt.
Als een financiële instelling een obligatie uitgeeft, noemen we dat een kasbon. Het is eigenlijk een schuldbekentenis van die financiële instelling. Die ‘bekent’ dat ze een bepaald bedrag heeft ontvangen en dat ze die ook zal teruggeven op een vooraf bepaalde datum. Ook hier mag de uitlener een rente verwachten bovenop het oorspronkelijke bedrag. De belegger krijgt, bij het geven van geld, een waardepapier aan toonder. Het maakt dus niet uit wie de eigenaar is. Wie het papier inlevert, krijgt het geld.
Een kasbon kent twee delen: een mantel en een couponblad. De mantel vertegenwoordig het kapitaal en maakt duidelijk welke financiële instelling het geld heeft ontvangen, welke intrestvoet gehanteerd wordt en welke de vervaldag is. Het couponblad vertelt meer over de intrest. Elk jaar moet de belegger een coupon afknippen en het geld dan innen bij de financiële instelling. Op de vervaldatum moet de spaarder zijn mantel inleveren. Dan krijgt hij het gespaarde bedrag terug.
Een ander soort obligatie is de staatsbon. Die wordt door de Belgische staat uitgegeven. De uitgifte van een staatsbon vindt om de drie maanden plaats. In maart, juni, september en december kan je bij de overheid een staatsbon bekomen. De rente die je ontvangt, is afhankelijk van de geldende rentevoeten, de looptijd en het soort staatsbon die u wilt. Staatsbons zijn makkelijk verhandelbaar. Je kapitaal wordt gewaarborgd door de overheid.
Dit bericht is gepost op 22 april 2008 om 09:05 uur en is geplaatst in Beleggen en investeren.